Het gouden doel: alchemie

Het gouden doel: alchemie

 

Alchemie betekent de methode/kracht/proces van de transmutatie van één ding in iets beters – symbolisch gezien: lood in goud.

Goud is in ware alchemie een metafoor voor ultieme spirituele prestatie. De echte alchemist beoefende geen misleidende vorm van scheikunde, zoals moderne wetenschappers graag geloven: hij was verwikkeld in een spirituele zoektocht om grove materie (lood) te transformeren in een voertuig voor de geest (goud).

Deze alchemistische/soefitraditie – van het transformeren van materie in goud – heeft een oud-Egyptische oorsprong, zoals als volgt in hun taal wordt weerspiegeld:

– Chaotische materie wordt in de Egyptische taal genoemd Ben, dat verschillende verwante betekenissen heeft: de oersteen, de heuvel van de schepping, de eerste toestand van de materie, oppositie/ontkenning, het is niet, er is niet, en veelheid.

– Het spiegelbeeld van Ben is Neb (Ben achterstevoren gespeld), wat ook verschillende verwante betekenissen heeft: goud (traditioneel het voltooide, geperfectioneerde eindproduct – het doel van de alchemist), heer, meester, alles, bevestiging en puur.

Thoth, de oude Egyptische neter (god), wordt door alle vroege (en latere) soefischrijvers erkend als het oude model van alchemie, mystiek en alle daarmee samenhangende onderwerpen. De bekende soefischrijver Idries Shah geeft de rol van Egypte via Thoth en Dhu'I-Nun op het soefisme en alchemie als volgt toe:

”. . . alchemistische overlevering kwam rechtstreeks uit Egypte uit de geschriften van Thoth
. . . Volgens de soefi-traditie werd de overlevering overgedragen via Dhu'i-Nun, de Egyptenaar, de koning of heer van de vissen, een van de beroemdste klassieke soefi-leraren. [De soefi's, 1964]

Thoths naam komt voor onder de oude meesters van wat nu de Weg van de soefi's. Met andere woorden: zowel de soefi’s als de alchemisten erkennen Thoth als de basis van hun kennis.

Idries Shah verwijst ook rechtstreeks naar de Spaans-Arabische historicus Said van Toledo (overleden in 1069), die deze traditie van de oude Egyptische Thoth geeft:

“Wijzen bevestigen dat alle antediluviaanse wetenschappen hun oorsprong vinden bij de Egyptenaar Hermes [Thoth], in Opper-Egypte (namelijk Khmunu (Hermopolis)). De Joden noemen hem Henoch en de moslims Idris. Hij was de eerste die sprak over het materiaal van de superieure wereld en over planetaire bewegingen. . . Geneeskunde en poëzie waren zijn functies. . . [evenals] de wetenschappen, inclusief alchemie en magie. [Zie. Asin Palacios, Ibn Masarra, p. 13] Masarra betekent Egyptisch

De Egyptische mystiek omvat feitelijk twee soorten spirituele ervaringen:

  1. Een zoektocht naar spirituele zelfontwikkeling in de vorm van ethische zelfbeheersing en werelds persoonlijk religieus inzicht. De aspirant die zichzelf kan zuiveren is nu klaar voor de tweede zoektocht.
  2. De zoektocht om God te vinden in de gemanifesteerde wereld en om de gemanifesteerde wereld in God te vinden. Dit wordt bereikt door het verwerven van kennis door zowel intellect als intuïtie te gebruiken om de beperkingen van onze menselijke zintuigen te overstijgen.

[Meer gedetailleerde informatie over dit onderwerp in Egyptische mystici: zoekers naar de weg door Moustafa Gadalla]

 

 

[Een fragment uit]